Betekenis geven aan je leven

Recent hoorde ik dat een collega bij één van de ondernemingen die ik help, zelfmoord had gepleegd. Hij was pas met pensioen gegaan en had besloten ‘uit het leven te stappen’, zoals het gezegde gaat. Dit was een onverwachte schok voor iedereen die met hem had samengewerkt. Hij was zijn hele leven vrijgezel gebleven en liet dus geen vrouw of kinderen achter, maar hij was altijd heel actief geweest in sociale activiteiten. Blijkbaar was hij tot de conclusie gekomen dat ‘verder leven’ pijnlijker zou zijn dan er simpelweg mee te stoppen. Wat drijft iemand om te menen dat het leven te weinig zin heeft om hier nog langer te blijven?

In Een cursus in wonderen lezen we dat iedereen “onzeker, eenzaam, en in constante angst door de wereld dwaalt” (T31.VIII.7:1). En ja, dat geldt dus ook voor jou en mij. Deze ‘staat van zijn’ komt voort uit de oorspronkelijke wens om los van God te kunnen bestaan, in een nachtmerrie-achtige droom die we de ego-gedachte noemen. In die droom lijken we allemaal op onszelf te zijn. Via de psychologische mechanismen van ontkenning en projectie vergeten we graag dat we dit gedaan leken te hebben. We overtuigden onszelf ervan dat de oorzaak van al onze diepgevoelde eenzaamheid, ellende en hopeloosheid in elk geval niets te maken heeft met onze schuld over die afscheidingskeuze. Nee, iemand anders is daarvoor verantwoordelijk! En ik ben daar een weerloos slachtoffer van. En zo zie ik mezelf als een afgescheiden lichaam; onzeker, eenzaam en in voortdurende angst. Omdat we dit veel te pijnlijk vinden om onder ogen te zien, bedekken we dit met een dun laagje schijnbaar geluk en ‘betekenisvolle’ bezigheden. Jij en ik zijn enorm goed in het voortdurend afleiden van onze denkgeest. Zodra je die afleidingen doorziet, en jezelf realiseert dat deze wereld een façade is waarin uiteindelijk niets werkt, dat de fysieke dood onvermijdelijk is en dat alles uiteindelijk voor niets zal zijn geweest, zou je misschien concluderen dat nog meer tijd doorbrengen in deze ‘droge, stoffige wereld’ (WdII.13.5:1) erger is dan er gewoon een eind aan te maken.

De enige uitweg uit deze depressie is om geluk niet in de wereld te zoeken, maar in je eigen denkgeest. “Zoek niet buiten jezelf. Want dat is tot mislukken gedoemd, en je zult tranen storten elke keer dat een afgod valt.” (T29.VIII.1:1). Dit is zo omdat ‘buiten jezelf zoeken’ neerkomt op een poging jezelf ervan te overtuigen dat het ego werkelijkheid is, dat de afscheiding van God inderdaad heeft plaatsgevonden, en dat het als afgescheiden individu mogelijk is om geluk te vinden; kortom, dat je echt gelukkig kunt zijn los van God. Ik kan duizend afgoden proberen om geluk te vinden: geld; speciale liefdesrelaties; bezit; eten; auto’s; hobby’s, noem maar op — en toch komt dat altijd weer neer op “zoek, maar vind niet” (WdI.71.4). De unieke bijdrage van Een cursus in wonderen als spiritualiteit is dat hij ons helder uitlegt hoe het ego, oftewel het idee van aanval en afscheiding, ons voortdurend doet blijven richten op angst, woede en depressie, als beste bewijs dat de afscheiding van eenheid (liefde, vreugde, vrede) daadwerkelijk is gelukt! Pas als ik dat kan beginnen te aanvaarden, kan ik op zoek gaan naar geluk in de denkgeest, in plaats van in de wereld.

Veel studenten hebben deze boodschap over het trainen van de denkgeest geïnterpreteerd als een oproep om de wereld de rug toe te keren, en er zeker niet actief in bezig te zijn, omdat het toch allemaal illusie is. Dit kan uiteindelijk tot ascetisme leiden: je terugtrekken in een berggrot. Maar dit is beslist niet wat Jezus ons aanraadt. In de Bhagavad Gita, de oeroude nondualistische parel van de Vedische geschriften, adviseert Krishna aan Arjuna om “zeer actief in de wereld te zijn… maar vanuit de kern in jezelf.” (Jezus zou zeggen: “…vanuit je Identiteit als Christus.”). En Christus bevecht het ego niet; Hij ziet het ego niet eens. Geluk proberen te vinden door het ego te onderdrukken of te bevechten garandeert slechts dat, hoewel onbewust, mijn aandacht steeds bij het ego blijft. Kenneth Wapnick zou zeggen dat we daarmee wederom “de vergissing van de afscheiding tot werkelijkheid maken.”

Je realiseren dat de wereld een illusie is opent de mogelijkheid om naar de wereld te kijken, en die te ervaren van boven het slagveld, als een lesruimte om ware vergeving te leren. In die lesruimte is alles wat mij lijkt te overkomen louter een “les in Liefde” die de Heilige Geest mij graag aanbiedt. Iedere situatie en relatie is een kans om “aanval zonder aanval tegemoet te treden” (P2.IV.10), wat mijn eigen verantwoordelijkheid is. Dat principe succesvol van dag tot dag toepassen is het wonder. Jij en ik hebben in onze denkgeest de keuze tot onze beschikking om de wereld te zien als zinnige lesruimte, waarin we onszelf leren een liefdevolle “leraar van God” te zijn, en zo de Liefde van God hier te weerspiegelen. Zo herinneren we andere onzekere, eenzame, en voortdurend angstige zielen waarmee we dagelijks leven en werken eraan dat ook zij deze keuze kunnen maken.

Misschien klinkt dit alles nogal abstract en theoretisch. In het dagelijks leven is dit heus niet zo makkelijk, omdat we zo grondig geconditioneerd zijn vanuit ons verleden. De Cursus mag ons er honderd keer aan herinneren dat het enige dat waar is aan het verleden, is dat het voorbij is… maar onze meeste gedachten gaan toch over het verleden en hoe we daar onze toekomst mee kunnen zekerstellen. Dit zijn slechts ego-afleidingen met als enig doel om onze denkgeest weg te houden uit het nu, de enige tijd die er werkelijk is (W-pI.164.1). Maar iedere ijverige cursusstudent wordt zich vroeg of laat gewaar van de enorme weerstand die Jezus’ lessen oproept, omdat dit de leugen ontmaskert van het ego waarmee we ons identificeren; de leugen van tijd en ruimte, en van bewustzijn en perceptie. En dus ziet het er niet naar uit dat het doorgronden van de metafysica van nondualiteit gegarandeerd tot blijvende innerlijke vrede zal leiden.

Dit zou kunnen leiden tot zelfmoordgedachten. Maar “Er is een risico aan verbonden te denken dat de dood vrede betekent”, zo waarschuwt Jezus ons (T27.VII.10:2). Als ik zelfmoord overweeg, heb ik allereerst deze wereld geëvalueerd als heel echt, en mijzelf bestempeld als weerloos slachtoffer daarvan. Het beëindigen van mijn fysieke leven brengt me dus niet echt dichter bij het aanvaarden van de Verzoening — integendeel, ik zorg er slechts voor dat ik nóg een extra leven nodig heb om de Liefdeslessen van de Heilige Geest te leren. Vanuit het oogpunt van Een cursus in wonderen is zelfmoord dus niet anders dan een tragische vertraging en een onnodige omweg op onze Reis naar Huis. Maar ja, om waarheden te aanvaarden zoals “Er is geen wereld!” (Wd1.132.6:2); “Tijd is een kunstgreep, een goocheltoer, een immense illusie” (Wd1.158.4), en “Ik ben geen lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo Schiep God mij.” (Wp1.201), zullen we toch iets moeten begrijpen van de metafysische grondslag van dualiteit en nondualieit. Voor onze lineair geprogrammeerde hersenen is dat nou eenmaal erg moeilijk.

Als je het lastig vindt om de metafysica van de Cursus in je leven te integreren, zouden de eerdergenoemde Vedische werken misschien kunnen helpen. In deze filosofie, die net als de Cursus uitgaat van nondualiteit, lezen we over het concept “Dharma”. Woorden in het Sanskriet zijn vaak moeilijk om exact te vertalen, maar Dharma komt neer op “het volledig benutten van al wat jou in dit aardse leven gegeven is, om jezelf en anderen gelukkig te maken.” Dit idee werkt ongeveer als volgt: iedereen heeft in dit leven talent, vaak meer dan één. Jij kunt iets beter dan wie ook ter wereld! Hoewel het lijkt alsof sommige mensen meer talent hebben dan anderen, betekent dat eigenlijk dat mensen hun eigen specifieke talenten nog niet hebben ontdekt. Jouw talenten werden jou meegegeven bij je geboorte, met het doel jezelf en anderen gelukkig te maken. Dit doe je niet door je unieke speciaalheid te benadrukken, maar door te onderwijzen (door je talenten in te zetten) dat al het leven één gezamenlijk doel heeft: het (her)vinden van liefde, vreugde en innerlijke vrede. Dat talenten zich in deze wereld in veel verschillende vormen uiten, is daarbij irrelevant. Door je talenten goed te gebruiken (vanuit juist gericht denken), leidt dit altijd tot liefde, vreugde en vrede. En dat is inhoud, niet vorm.

Dus als je nog eens merkt dat je aan zelfmoord denkt, of iemand kent die daarover denkt, overweeg dan eens de notie van Dharma. Ben jij je bewust van je eigen specifieke talenten? De meesten van ons zijn er nog niet echt duidelijk naar op zoek gegaan. Het begint met het besef dat jij weet dat er iets is dat jij beter kunt dan wie ook ter wereld. Ga daar naar op zoek, door mindful te mediteren op wat jij het liefste doet, of heel warm van wordt. Ga dat dan ontwikkelen, en gebruik dat van dag tot dag om te onderwijzen (en zelf te ervaren) dat wat wij met elkaar gemeen hebben, als gezamenlijke Zoon van God, veel krachtiger is dan al die kleine strijdende egootjes die ons onzeker, eenzaam en in voortdurende angst houden. Probeer dit echter niet alleen op jezelf. “Vertrouw niet op je goede voornemens; die zijn niet genoeg.” (T18.IV.2:1). Maar samen met de Heilige Geest, de Stem namens Liefde, hebben jij en ik “de lamp die de duisternis zal verdrijven” (T11.V.1:3).

In de praktijk komt dit neer op het leren luisteren naar je intuïtie (de Stem van de Heilige Geest) en de moed bijeen te schrapen om deze Stem, die je werkelijk wilt horen, ook echt te volgen. Deze Stem roept je altijd op om je natuurlijke rol als Leraar van God te leven, en zo een lichtend voorbeeld te zijn van de weerspiegeling van Gods Liefde. En dankzij jouw unieke talenten bespaar jij jezelf én anderen gegarandeerd een hoop onnodig lijden. Vanuit Dharma bekeken wordt het idee van zelfmoord volstrekt zonder enige waarde. Vanuit Dharma bekeken besef je dat de echte betekenis van het leven ligt in ware vergeving van onze zotte notie van aanval en afscheiding.  Het gaat uiteindelijk om onze eigen keuze om alle veroordeling voorgoed achter ons te laten.

— Jan-Willem van Aalst, oktober 2016

 

6 gedachten over “Betekenis geven aan je leven”

  1. Lieve broeder zal ik maar zeggen, wat heerlijk dat je dit met ons deelt. Zelf heb ik vaak, door wanhoop gedreven, mijn leven willen beëindigen.  De laatste keer dat ik dat wilde doen heeft de liefde voor mijn kleinkinderen me daarvan weerhouden. Nu ik dit artikel lees realiseer ik me hoe groot de kracht van liefde is. Diezelfde liefde heeft in mij het verlangen naar de cursus bewerkstelligd denk ik. De cursus voelde voor mij als thuiskomen. Eindelijk vind ik rust, vrede en besef ik een beetje wat liefde is.Ik gebruik jouw hartegroet als je dat goed vind.Michelle. Verzonden vanaf mijn Samsung Galaxy-smartphone.

    Geliked door 1 persoon

  2. Jan Willem wat een ontzettend fijn stuk schrijven . Het is precies waar ik in zit te wrotten (= strijden ,zoeken ,knokken en dobberen) Ik voer momenteel zo een enorme strijd met veroordelingen over mij . Ik weet niet jou mooie woord gebruik hier te pakken maar probeer wel in de liefde van de H. Geest het een plaats te geven en recht op te blijven In alle eerlijkheid er dan maar diep door heen in vertrouwen en reken maar gewoon op steun van H, Geest.

    Geliked door 1 persoon

    1. Dank je wel Lies, voor je reactie. We blijven onszelf veroordelen omdat we denken onze Schepper te hebben afgewezen. Maar lees eens Tekstboek hoofdstuk 8, sectie 6, vierde alinea over de verloren Zoon. Wij zijn allemaal die verloren Zoon. En de reactie van de Schepper daar op zijn terugkomst is hoe Hij ons allemaal beziet, zonder uitzondering. We keren terug naar God simpelweg door stukje bij beetje onze veroordelingen ongedaan te (laten) maken.

      Like

Plaats een reactie